Er verscheen een telefoonnummer in zijn scherm, wat hij weg wou drukken.
‘Zeker weer telemarketing?’
Toch nam hij op, terwijl hij lekker aan het koken was, tijdens het kamperen.
Het was Remco een vriend van vroeger, waar hij dagelijks mee op had getrokken, iets wat zijn vader destijds afkeurde.
‘Maar ik herken je stem helemaal niet, echt niet, gek hè, ben jij het echt?’ Had hij gezegd.
‘Heb je gehoord over mij van Aart?’ Vroeg Remco?
Ja, ‘Ik heb gehoord over je ziek zijn.’
Het was een lang telefoongesprek geweest, waarin Remco’s stem af en toe bekend voorkwam.
Ze deden net alsof ze de draad van vroeger weer op konden pakken.
‘Ik draai nog wel Santana,’ had hij gezegd, waarop Remco,’Hoe heette dat eerste nummer van die zwarte LP, die jij had, ook al weer?’
Lijstjes YouTube’s filmpjes over de WhatsApp volgden, met zo nu en dan een persoonlijke noot.
Na een vreemd nachtje slapen was hem weer eens goed duidelijk geworden, dat contact echt iets anders was.
Een mens, wou gezien worden, in het echt, al hoefde het niet elke dag.
Spontaan bezoek, als je er zin in had, met het geluk van een welkom.
Dat Remco zelf had gebeld, was speciaal voor hem, hij had er lang op gehoopt, de zender was ontvangen.
Nu koesterde hij het moment van vroeger toen hij met Remco optrok, hij was er dus nog!
Verjaarde levens, vaak verdoofd en wazig, vervlogen.