n.a.v een opdr.
het getrokken briefje:
Jacob Roggeveen.
TIJD OM TE GAAN
(Jacob Roggeveen)
Staand voor zijn spiegel,
bekeek hij zijn deplorabele gezicht
Zijn weelderige pruik had een opfrisbeurt nodig.
Net als zijn borduursels in zijn brede kraag.
“Ik, Geen notaris meer.
Verbannen naar Arnemuiden.
Omdat ik de de leer van de Hattemisten verkondig!
Een mens kan niet tegen Gods wil handelen
Dus ook geen zondig wezen zijn.
Ik twistziek en weerspannig?
Nee…die calvinisten hebben een boekenverbranding op hun geweten.
Namelijk ,”Den Val van ’s werelts Af-God
van de Zeeuwse predikant Pontiaan van Hattem.
Wat ik heb uitgegeven!
Voor een Radicale verlichting,
zijn die stomme “calvinistische schapenkoppen” te bang.
De natuur die volgens Spinoza gelijk aan God staat,
is voor hen, de “DUVEL” binnen laten.”
Jacob stond in vuur en vlam.
De zeespiegel steeg.
Tot hij een innerlijke stem hoorde ;
Arend de stem van zijn vader.
Vijftig jaar terug in de tijd
Aan vaders ziekbed.
Nu hoorde hij het weer,
”Jongen, ik druk je op het hart,
vind Terra australis,
het Rijke Zuidland met al zijn schatten,
doe het in Godsnaam!”
Gejaagd keek Jacob in de spiegel.
Wat nu!
Vergankelijkheid.
“Tijd om te gaan”
Zijn gezicht was getekend.
Afgetobd kroop hij de bedstee in.
Misschien kon hij de slaap nog vatten
Ervaring met de zee,
zoals zijn vader, had hij niet.
Maar de goudkoorts en het zeemansbloed wel.
Niks meer om te verliezen.
Bij de West-Indische-Compagnie(WIC) melde hij zich,
met de mededeling: “Ik weet de route naar het Zuidland.
Als jullie me drie schepen geven,
dan neem ik het ZuidLand in bezit voor jullie.”
Het ging al een tijd slecht met de winsten van het WIC.
Aandeelhouders vertrokken.
Brazilie en Manhatan waren van tafel.
Naar het Rijke Zuidland hadden de bestuurders wel oren.
Het kwam als geroepen.
Als zoete koek,
ging de mededeling er bij de bestuurders in.
Allemaal gingen ze over stag.
Zo kon Jacob zoals in het TV programma: “ik vertrek” zijn geluk beproeven.
Op zoek naar het Australie van nu.
Driehonderdtwee jaar geleden.
Nu.
Jacob Roggeveens bravoure .
Het gebeurde gewoon.
Vanuit Texel vertrokken drie schepen.
De Arend, de Thienhoven en de Africaensche Galey.
Driemaal is scheepsrecht zal hij “symbolisch”hebben gedacht.
De drie eenheid
De vader, de zoon en de heilige geest.
Zo vergat hij de grote verantwoordelijkheid,
voor de 244 mannen waarvan 60 soldaten, die hij meenam.
Jacob voer op de Arend.
Eigenlijk was de reis al mislukt.
Er was helemaal geen Zuidland.
Wel enorme tegenslagen:
Storm, scheurbuik, honger en dorst .
In 1722 op paasdag ontdekte hij Rapa Nui .
Wat grote rots betekend.
Een eiland bij Chili.
Zelf bleef hij aan boord.
Zijn overgebleven bemanning peddelde in kano’s naar wal.
Enorme beelden van vulkanisch gesteente doemden voor hun op.
Maoi’s gestalten van wel 10 meter hoog.
Bedoeld voor voorouder verering.
Sommigen bezaten ogen.
Zo konden ze de eilanders goed in de gaten houden.
Een aardparadijs zonder goud en edelstenen,
schreef Roggeveen in zijn dagboek.
Dat betekende verder varen.
Weken later sloeg de Africaensche Galey tegen een messcherp rif,
bij het Eiland Takapoto.
Een drama, want het schip had de voorraden aan boord,
van de twee andere schepen.
Bijna alles ging verloren.
Niet voor niets doopte Jacob het eiland tot,
“schadelyk Eyland”.
Maar eigenlijk was hij dat zelf.
In een bepaald opzicht was Takapoto juist hun redding.
Naast dat het eiland groen was,
met water en drinken,
waren er vrouwen en dat beviel de mannen wel.
Meneertje Roggeveen was witheet geworden,
toen hij hoorde dat er vijf vrouwen waren weggelopen.
Korporaal Behrens moest de vijf van hem terugbrengen.
Toen de vijf met geweren op hem begonnen te schieten,
ging hij er als een wezel van door.
Inmiddels was wel duidelijk dat ze het Rijke Zuidland niet gingen bereiken.
Na nog wat eilanden te hebben aangedaan,
stond 1 ding vast.
Terug naar Batavia
Ofwel Jakarta.
In Indonesië.
De helft van het scheepsvolk was bezweken,
aan scheurbuik.
En op beide schepen dreigde muiterij.
In Batavia, één dag voor dierendag,
op 3 oktober 1722,
werden beide schepen in beslag genomen.
Roggeveen werd samen met de overgebleven bemanning gearresteerd.
Hij had toestemming moeten vragen,
om in de wateren van de VOC te varen.
Jacob Roggeveen had dat niet gedaan.
(Alle ellende van de mensen heeft maar één oorzaak,
namelijk dat zij niet in staat zijn rustig in een kamer te blijven.
Een spreuk van Blaise Pascal (1623-1662))
Zonder een cent op zak werd Roggeveen,
met de zeelieden in 1723 naar huis gestuurd.
Op 31. januari 1729 stierf Jacob Roggeveen,
enkele uren voor dat hij 70 werd.
Best oud voor die tijd.
Waratje,
Hij stierf in een huis aan de Blauwedijk te Middelburg.