‘Waarom staat er nu een korf met de tekst bladafval in ons dorp?’
zegt de ene boomkruin tegen de andere.
‘Met mijn blad hoef ik er niet in hoor!
Afval produceer ik niet.
Sterker, ik heb straks de beste bladaarde voor volgend jaar.
Kijk! Op en onder mijn bladeren wonen vele dieren.
Harken ze die bladeren van jou ook steeds op?’
‘Nee die hartvormige bladen van mij blazen ze eerst in een opgewonden standje alle kanten op.
Alsof we gelijk plat moeten.
Maar dan komt de zuigwagen, die is het ergste.
Maar ook die oude besjes die er bij staan te kijken, van opgeruimd staat netjes.
Ze zouden toch beter moeten weten!
Wij geven de vergankelijkheid tenminste nog kleurenpracht.’
‘Als bijna kale kroon zou ik tegen die besjes willen zeggen,
wilt u een frisse neus halen, hurk dan bij onze bladeren en zie…
Wij willen niet bij jullie afval.
Wij willen in een bladhotel met onze dierbaren.
Alstublieft, volg nu geen tuinmodes met onzinnige strakke plantenbakken vol groenblijvers!
Veel te zwaar werk en voordat u het weet ligt u er zelf ook onder.
Doe ons recht.
Leg ons in een egelhuisje of rond planten.
Verwelkom ons bladerendek.
Bij takkenweer kunt u zich richten tot onze zichtbare kronen.
Uw hoop kunt u daarbij vestigen op tegelwippers en jonge bomenplanters.
In november zullen er vast nog wat bladeren van ons rond dartelen of op de treinrails terrecht komen.
Dat hoort erbij.
Eerst nog wat gekleurd, wat grijs en dan is er geen houden meer aan.’
Allen dezelfde weg.
foto’s Marion Wondergem, titels Laurens
Excuses, regel 2 had ik beter niet geschreven, sorry.
(kun je die misschien/tzt/evt weghalen Laurens?)
Of ach,
laat ook maar staan misschien,
of liggen of waaien.
Hoef niet elk bladje op te rapen
of om te draaien.
niet elke regel te lezen misschien.
Ik zal er geen gewag van maken en het schrappen!
Mooi!