
“Waar haal ik de “air” vandaan?”
Omdat het mijn bedoeling was om een “groen uitziend houten wiel” met artiesteningangen voor “solo bijen” te maken?
Die zou ik dan op hebben gehangen op mijn werkplek bij de Cycle Hub.
Omdat ik me er niet meer thuis voelde, heb ik dat niet gedaan.
Ik ben weggevlogen.
Mijn ideaal om de fietser het groen in te trekken, blijft overeind.
Zeker is, dat er 18 jaar geleden iets is aangewakkerd, door een naaste collega, die mij zijn observaties over insecten deelde.
Hij had een aanstekelijke manier van observeren.
En laat zich omschrijven als:
Het “hele verhaal” achter de levenswijze van soorten insecten.
Ik probeerde wat te schrijven bij ons insectenmuurtje.
Dit wilde niet vlotten, zoals gewoonlijk.
Het was eind maart ongeveer 10 graden celsius.
Uit de wind, de tuin nog zo goed als kaal.
Er vlogen opzienbarende bijtjes heen en weer.
Steeds voor onze “Air Bee en Bee”.
Bijtjes met een steenrood achterlijf kwamen aangevlogen.
“Metselbij, kwam boven ploppen, maar klopt dat en wat gebeurd hier nu precies?
Eerst observeren, dan pas opzoeken wie de bij is”, beloofde ik mezelf, voor de kick.
Aan de hand van de foto’s, buitentemperatuur kwam ik uit bij de “gehoornde metselbij.”
Geschoten foto’s: boven is een vrouwtje, onder is een mannetje.
Ik heb lang getuurd.
Helaas geen dames uit zien checken.
Patrouillerende mannetjes rond de nestingangen zag ik overduidelijk.
Ik kan niet in de gangen van de nesten kijken.
Die bestaan uit cellen met dichtgemetselde muurtjes, met in de cel, voer voor een larve.
Nu moet ik raden, welk muurtje er op instorten staat.
En waar er een man of vrouw de kamergang uitvliegt.
Dit kan dus verder op de gang zijn,(meerdere muurtjes).
Dus niet enkel het muurtje bij de ingang, die ik goed kan zien als ik voor een “kweekblok” sta.
Raadselachtig, had ik ook maar zeskantoogjes met hoorntjes.
In de voorste cellen van de nestgangen zitten overwegend mannetjes,
En achterin de vrouwtjes.
De vrouwtjes hebben een buikschuier waar ze stuifmeel mee kunnen vervoeren.
De mannetjes hebben een kenmerkende witte snor, waarvan de functie nog niet bekend is.
“Misschien gaat het wel om wie de mooiste snor heeft.
Of stoft het mannetje de cementsluier van de muur?”
“Echt, de vrouwtjes zijn net steenhommeltjes en een stuk groter dan de mannetjes.”
Conclusie:
Zo vroeg in het jaar zijn er dus al solitaire bijen actief die ons kleinfruit bestuiven.
Zaak dus om kweekblokken te blijven produceren voor deze fruitgevers.
Zeker omdat het met de bijenkolonies niet best gaat.
Nu nog op zoek naar bamboestokken, rond 10cm, 10 cm lang.
Zo te zien hebben de gehoornde metselbijen die het liefst.
Inmiddels ben ik van mijn “Air” af en heb ik toch iets geschreven.
