Vandaag kwam ik er weer eens achter dat geuren die eerder onaangenaam voorkwamen, bij terugkeren ervan, intenser beleefd worden als bij de eerste kennismaking ermee.
Het doet wat met je humeur en het roept gelijk heel de situatie van weleer op. Zo rook ik vandaag de oude camping waar ik een jaar met verstandelijk gehandicapten rond zwierf om te kijken wat we werkelijk gemeen hadden om zo ons eigen ding te kunnen doen en elkaar beter konden respecteren. In de kantine waar we verbleven walmde dezelfde geur die ik nu verneem bovenop het afdak van mijn gesloopte dakbeschot.
De glanzende houtmieren zijn hier de oorzaak van.
Bovenstaande geperste houtplaat nu vervangen door betonplex. Deze mieren houden van vochtig hout en gaan door tot het gaatje, 30 jaar aan een nest werken is niet ongewoon.
Tot mijn verbazing zijn ze nu vrolijk een verdieping hoger waarschijnlijk hetzelfde aan het doen.
Ik heb de strijd op moeten geven want deze blijven mieren totdat ik er niet meer ben. Stiekem wrijf ik er wel eens een fijn en dan ruik ik wel even een heerlijk frisse citroenella.
Op wikipedia kan je ook lezen dat deze geur dient als een waarschuwingssignaal.
Deze roos draagt letterlijk carrière voort voor de glanzende houtmieren.
Als ik aan dit laken witte roos bij mijn afdakje opsnuif dan vergeet ik ze maar heel eventjes, totdat er een mier op mijn neus zit.
De mieren melken in de roos de luizen in ruil voor zoetigheid. Honingdauw.
Ik heb nog niks kunnen ruilen met de mieren, mensen bestaan voor deze werklustige mier stomweg niet.
In dit jaargetij is er wel heel veel voor de neus, Als ik niet chronisch verkouden zou zij dan was ik snel in hemelse sferen.
Ik ben flink aan de vlierbloesemsiroop.
Midden op de dag zitten de schermen met witte bloemen vol stuifmeel, maar ook deze plukneus is dan geel van de goedgekeurde schermen.
Het gaat mijn verkoudheid tegen maar meer nog is het de geur die me aantrekt naar buiten te gaan.
De geur van de vlierbloesem kan ook over het randje gaan en naar pis ruiken. Het kan ook zijn door te diep inhaleren denk ik op andere dagen zijn dezelfde schermen toch weer aangenaam met hun bedwelmende geur die zich moeilijk laat omschrijven.
Niet voor niks heet deze struik de apothekersboom.
Ik zie hem jammergenoeg te vaak worden gekapt.
De geur van de oude camping, is die van een wasmachine met oude zeepresten. Een Verschrikkelijke muffe geur met zware ondertoon.
Wat ik nog bijna zou vergeten het gevaar van geuren omschrijven is dat je een verkeerde associatie kan krijgen met een geur. Zo beschreef ik korianderblad wel eens met kenmerken van zeepgeur en kan er daardoor op dat moment niks van hebben.
Ik ben blij dat ik wat vaker naar de tuin mag.
Bovenstaande “Alchemist” staat zowel thuis als op de tuin. Juni de maand van de geurende rozen zo Arboretum Kalmthout adverteerd. De moeite zeker waard! Laatst trok mijn aandacht naar een oudere dame bij een klimroos, vlakbij een gevel in een doorgaande straat. Haar neus groeide langzaam naar een wat hoger gelegen roos en verdween erin.
Wat zou ze hebben geroken, vanille ijsjes uit haar jeugd? Waarom zie ik jongeren niet massaal aan rozen snuiven, ze willen toch een opwindend leven dat over rozen gaat? En wat dacht je van de Rosa Constance Spry die ik vandaag mocht snuiven.
Deze roos brengt me terug naar de douche van het zwembad waar ik vroeger wedstrijd zwom. Een stevige dame in paars badpak pakte me telkens in met haar shampoo die naar ik nu meen naar de Rosa Constance Spry rook. Oude liefdes verdwijnen nooit zegt men, met gitaarliefde Joe Satriani over de oren lijk ik net zo hard terug te zwemmen naar de tijd dat geuren me meer deden dan ik toen wist. En nu hoe geurt een raapsteel soep? Als ik me dat voorstel kan ik hem straks maken.